Schroedinger

splitcane hengels

Schroedinger splitcane vliegenhengels, spinhengels en vlokhengels worden op wetenschappelijke basis ontworpen, en met traditionele methoden gemaakt door Henk Verhaar, in het Limburgse heuvelland, waar ze uitgetest worden op de enige forellenrivier die Nederland rijk is.

Waarom splitcane

Je kunt je afvragen waarom iemand in deze moderne tijd nog met splitcane vliegenhengels zou willen vissen. Er zijn toch immers de afgelopen tientallen jaren veel betere materialen beschikbaar gekomen en ontwikkeld? Glasvezel in zijn verschillende varieteiten, koolstofvezel, in steeds betere, strakkere versies, en boron.


Nou dat is een lang verhaal; heb je even? Onder ons gezegd en gezwegen zijn die moderne materialen niet per definitie beter dan (tonkin) bamboe - zeker niet voor lichte hengels. De opkomst van glasvezel ten koste van bamboe is dan ook eerder toe te schrijven aan het (Amerikaanse) embargo tegen import uit China, waaronder ook tonkin viel, dan aan de superieure eigenschappen van het basismateriaal, zeker als je kijkt naar het glasvezel en de hars die in de jaren '50 beschikbaar waren.


Het is overigens interessant om de ontwikkeling van glasvezelhengels te volgen aan de hand van octrooien uit die tijd. Zo is de (vliegen)hengel van volglas een Franse uitvinding, van een ingenieur van Pezon & Michel (Dubois), die bij zijn baas geen voet aan de grond kreeg, en vervolgens er mee naar Amerika trok. Aangezien hij ook wel door had (denk ik) dat het materiaal eigenlijk niet beter was dan bamboe haalt hij in het octrooi met name tweederangs argumenten aan voor glasvezel boven tonkin, zoals 'uniformiteit' (zowel in het materiaal als variabiliteit tussen individuele hengels) en 'ongevoeligheid voor water', zodat je de hengel niet hoeft te lakken om het materiaal te beschermen. Allemaal om maar niet te hoeven zeggen dat splitcanehengels eigenlijk gewoon beter waren.


En voor koolstofvezel kan, mutatis mutandis, een vergelijkbaar argument gemaakt worden - zeker ook weer kijkend naar de staat van het materiaal in de vroege jaren '70. Het was destijds wel al beter dan de glasvezelhengels uit die tijd, die toen het splitcane al vrijwel volledig hadden verdrongen, maar terugkijkend zeker niet in alle aspecten beter dan bamboe. En boron? Dat was gewoon een vergissing - het materiaal had wel betere eigenschappen dan koolstofvezel, maar het was, en is nog steeds, ten enen male onmogelijk om er, kort gezegd, voor hengelbouw bruikbare vezels van te maken. Zo ongeveer de enige hengels die nog iets met boron doen tegenwoordig zijn de Winston hengels, die feitelijk voor het grootste deel uit koolstofvezel en hars bestaan, en maar voor een bepert percentage uit boron.


Mijn belangrijkste overweging voor bamboe, naast de intrinsieke eigenschappen van het materiaal en hengels die er van gemaakt kunnen worden, waarover later meer, is het feit dat je, anders dan bij vezelversterkte kunststof hengels, waar je als hobbyist altijd bent aangewezen op wat een blankleverancier je in de maag kan of wil splitsen, je bij bamboe met eenvoudige hulpmiddelen je blank echt zelf kunt ontwerpen en maken. Niet dat dat (ontwerpen) een eenvoudige taak is, dat vereist best wat studie, en het maken van een flink aantal prototypen; maar het kan wel. En mocht je er niet zoveel tijd in willen stoppen, maar wel zelf aan de slag gaan, dan zijn er voldoende tapers (de maten van een blank, zeg maar het recept voor je hengel) beschreven en gepubliceerd dat je daar uit kunt kiezen, en eventueel op kunt modificeren. Hol bouwen bijvoorbeeld. Of de top iets dunner, of iets dikker maken. Of een ander soort bus gebruiken. Of een revolutionaire lijm toepassen - als je daar aan kunt komen. Allemaal dingen die je met een plastic blank niet kunt doen.

Henk Verhaar - Schroedinger rods

For inquiries: henk@buroverhaar.nl