Wat is dat toch met

Splitcane…

Ooit waren alle werphengels en vliegenhengels van gespleten en gelijmde bamboe - splitcane. Dat is een ontwikkeling die begon zo ergens in 1860 - daarvoor werden hengels gemaakt van massief, in vorm geschuurd hout. Zelfs 16 voets zalmhengels. Dergelijke hengels waren zwaar, kwetsbaar (breekbaar), onderhevig aan slijtage, en hadden meestal een actie die veel te wensen overliet. In de tweede helft van de 19e eeuw ging men in Amerika, en tegelijkertijd ook in Engeland, hengeldelen, en later hele hengels, bouwen van verlijmde strips bamboe, eerst 'calcutta cane'. Zo rond de eeuwwisseling werd ontdekt dat Tonkin cane een nog veel beter materiaal was en werden al snel alle hengels van dit materiaal gemaakt. Tot aan de jaren '50 van de 20ste eeuw was splitcane het enige materiaal om zinvolle werphengels en vliegenhengels te maken, en werden ze dan ook in alle mogelijke kwaliteitsklassen gemaakt, van eenvoudige fabriekshengels voor het grote publiek, tot superdeluxe handgebouwde meesterwerkjes voor mensen die het zich konden veroorloven een vermogen (ook toen al) voor zo'n hengel neer te leggen. Zelfs Schreiner heeft in het begin nog voornamelijk splitcane hengels verkocht - kijk maar eens in een eerste druk van 'Flitsend Nylon'. 

Met de komst van glasvezel en later koolstofvezel hengels is het segment goedkope en middenklasse splitcane hengels volledig verdwenen. Een bedrijf als Pezon & Michel bijvoorbeeld, toch ooit een grootheid op dit gebied, gooide halverwege de jaren '80 van de vorige eeuw de handdoek in de ring. Toch zijn splitcane hengels nooit helemaal weggeweest: een handjevol hobbyisten en gedreven professionals bleef ze maken, voor een klein publiek, en meestal met eenvoudiger methoden dan de bouwers van weleer. Het productievolume laat tegenwoordig geen investering in de machines, nodig voor grootschalige hengelbouw, toe. 

Maar waarom blijven die paar mensen hardnekkig bamboehengels maken, en waarom blijft een kleine groep vissers even hardnekkig met bamboe vissen? Omdat een bamboehengel anders werpt en vist dan een kunststof hengel, en omdat het met splitcane mogelijk is om zelf je taper en actie te bepalen, in plaats van afhankelijk te zijn van blanks die door de glas- en koolstofindustrie groot-schalig gemaakt worden. Wat werpen betreft, splitcane werpt, zeker met lichte aassoorten (klein kunstaas, vliegenlijnen) makkelijker dan glasvezel, en zeker dan koolstofvezel, omdat de massa van het materiaal helpt bij het 'laden' van de hengel. Verder is het basismateriaal sneller en veerkrachtiger dan (klassiek) glasvezel - als er in de jaren '50 van de vorige eeuw geen embargo op bamboe (en andere zaken uit China) was geweest in de VS, waren glasvezelhengels waarschijnlijk niet zo (snel) populair geworden…

Splitcane vereist een rustiger werpstijl dan koolstofvezel, en werpt makkelijker dan glasvezel; het is dus een uitgelezen materiaal voor met name vliegenhengels en vlokhengels. De stijl van werpen past precies bij deze methoden van vissen. Let wel, dan gaat het om het 'klassieke' vliegvissen op forel, vlagzalm, of witvis (en ook snoek, tot op zekere hoogte), vlokvissen op witvis en licht en ultralicht kunstaasvissen op roofvis. Visserijen waarbij kilometers ver, tegen windkracht 8 in, geworpen moet worden kun je veel beter bedrijven met een plastic hengel. Maar het presenteren van een delicaat vliegje, op een kleine rivier, wadend tussen de overhangende bomen, en het drillen van een forel, of die nu 10 cm of een halve meter lang is, daar is een splitcane hengel echt veel meer geschikt voor dan een hengel uit gebakken kunstvezels.

Henk Verhaar - Schroedinger rods

For inquiries: henk@buroverhaar.nl